Rechtspraak
(...in opbouw...)
De rechtspraak (kantonrechter) speelt, naar mijn ervaring, een dubieuze rol in het benoemen van mentoren en bewindvoerders en houdt hen vervolgens, hoe aantoonbaar fout het ook gaat, de hand boven het hoofd.
Het is mij duidelijk geworden dat kantonrechters weinig tot geen tijd willen (kunnen?) steken in het zorgvuldig controleren van de werkelijke noodzaak van mentorschap en bewind en in controle van door hen kennelijk (als in vader's geval) gemakkelijk opgelegd mentorschap en bewind.
De laatste zitting (in augustus 2008 inzake abominabele bewindvoering CAV) begon de rechter zelfs met te zeggen dat hij helemaal geen zin had in deze "bewindvoeringstoestanden", hij wilde "wel weer eens aan zijn 'normale' werk kunnen toekomen"...
Eerste contact met de rechtspraak...
Het eerste contact met de rechtspraak vond plaats in augustus 2006.
Oudste broer (R.) vroeg in juli 2006 zonder enig overleg met vader en/of andere vier kinderen bewindvoerderschap en mentorschap voor vader aan bij de rechtbank Amsterdam (zie ook onder "geschiedenis" in het menu). Daarvoor bestond feitelijk geen reden meer sinds ik de zorg voor vader op me had genomen nadat de vriendin het definitief moest laten afweten. Ik zag, voelde en begreep goed wat er met vader aan de hand was en bejegende hem met warmte, begrip en geduld, waardoor vader mij vertrouwde waar hij anderen wantrouwde. Broer R. reageerde hierop met hatelijkheden en cynisme, hakte met ongelooflijk botte bijl, noemde mijn vader bij voortduring psychotisch en joeg hem (en mij), als vanouds, voortdurend op de kast. Hij had geen goed woord over voor vader (en mij), wist alles het beste en wilde vader vooral laten opnemen in een verpleeghuis. Broer communiceerde met niemand (op zijn vrouw en misschien een enkele keer broer F. na), al helemáál niet met vader en/of mij. Juist om voor vader wat samenwerking te bereiken, was ik bereid onder voorwaarden akkoord te gaan met door broer aangevraagde maatregelen. Mijn voorwaarden werden tijdens de zitting bij vader thuis op 10 augustus 2006 besproken en helaas bleek al snel na de zitting dat de rechtbankmedewerksters onjuiste informatie hadden en ook aan ons (zus Wilma en mij) hebben gegeven. Ik ben hierover feitelijk aan het lijntje gehouden en uiteindelijk heeft de rechtbank niets gedaan met vragen en verzoeken van mij vanaf een dag ná de zitting in augustus 2006.
Broer werd bewindvoerder, ik werd mentor. Veel onnodige narigheid volgde.
N.B.: Vader zélf is nooit om zijn mening gevraagd! Zéker niet door broer en/of door de medewerksters van de rechtbank! Vader was erg overstuur, ik probeerde hem te kalmeren, met als gevolg dat er óver hem werd gepraat en niet mét hem.
Overigens werd ik mentor omdat ik al voor vader zorgde en als enige van de kinderen bij hem in de buurt woonde. Én, zeer doorslaggevend: de medewerksters van de rechtbank waren het erover eens dat ze nog nooit van gedeeld mentorschap hadden gehoord (ik wel, op internet gelezen)... Het moest er dus één zijn en dat werd ik - tot vader's (vooral latere) blijdschap uiteraard. Zeer helaas is hij inmiddels (2008) alsnog volkomen vogelvrij geraakt.
...wordt uitgebreid vervolgd...