Geschiedenis - Algemeen
(in opbouw)
De "geschiedenis" start als onder beschreven, maar het deel wat er voor mij én voor mijn vader het meest heeft ingehakt, start in november 2007 als vader wordt "opgenomen" in het verpleeghuis (Slotervaart van Cordaan). De tijd ervóór zal ik later en ook, in etappes, op de respectievelijke pagina's beschrijven. Op al deze pagina's zal binnenkort in ieder geval een inleiding staan, zodat duidelijk is wat hier verteld gaat worden.
Ons gezin bestond uit vader (febr. 1917) en moeder (sept. 1920). Zij trouwden in 1944 in Amsterdam, waar beide ook geboren zijn.
Vervolgens werden geboren broer R. (juli 1946), broer F. (september 1948), Gonny (januari 1950), zus L. (november 1954), zus Wilma (december 1956). De twee jongste zussen waren de z.g. "niet geplande nakomertjes".
We vormden een typisch roomskatholiek na-oorlogs arbeidersgezin dat het niet breed had. We woonden vanaf 1952 in een klein eengezinswoninkje in Amsterdam Slotermeer (toenmalige nieuwbouw). Het was geen hecht gezin, we konden het onderling allemaal niet goed met elkaar vinden. Er miste samenhang, geborgenheid, respect. Mijn ouders scheidden uiteindelijk in 1971. De "nakomertjes" woonden daarna nog enige jaren thuis bij moeder.
Vader heeft sindsdien altijd alleen gewoond, in een huurwoning in Amsterdam Osdorp (moest op hoge leeftijd helaas nog liefst twee keer verhuizen vanwege "stadsvernieuwing").
Ik ben, buiten vader, de enige van het gezin die in Amsterdam is blijven wonen. Daarmee dus ook de enige van de familie die in vader's buurt was als er echt iets nodig was.
Vader was tientallen jaren chauffeur/besteller geweest bij een drukkerij, hij reed dus met gemak auto en is daardoor tot en met zijn 88e nog in staat gebleven zich zelfstandig met zijn auto te verplaatsen. Hij ging dan ook, om er "uit" te zijn, in de weekeinden vaak naar één van de kinderen, met name naar beide broers die gezinnen hadden. Daar at hij dan ook mee. Ook bij mij kwam en at hij vaak.
Hoewel hij het vervelend vond dat hij alleen was, kon hij best redelijk goed voor zichzelf zorgen.
Er kwam, ruim twintig jaar geleden, een "vriendin" in vader's leven. Vader zocht vakantie-katten-oppas, zij (mijn leeftijd) meldde zich en is tot begin 2006 altijd in zijn leven gebleven. Duidelijk is dus wel dat ze elkaar, platonisch, iets te bieden hadden. Deze vriendin was echter ook degene die vader, goed bedoeld, uiteindelijk te veel afschermde, ook en zelfs van zijn eigen kinderen. Waardoor wij (met name oudste broer en ik die overigens geen contact meer met elkaar wilden) steeds minder voor hem konden betekenen. Ik heb me daardoor, op feestdagen en zijn verjaardagen na, zelfs zo'n anderhalf jaar afzijdig gehouden van vader's leven.
Dat laatste had uiteindelijk ook als voordeel dat ik op een kritiek punt goed kon onderkennen dat er wezenlijke veranderingen plaatsvonden in vaders gedrag en functioneren en dat de oorzaak daarvan gezocht moest worden in ouderdomsdementie.
Vader had altijd al een bij vlagen onvoorspelbaar en moeilijk karakter, waardoor het (ook achteraf) moeilijk is om te duiden wanneer de dementiële problematiek bij hem zijn intrede deed. Natuurlijk liet zijn korte-termijn-geheugen hem al vaker wat in de steek en voelde hij zich bij voorbeeld onzekerder bij het rijden naar familie buiten de stad of op routes die hij niet (meer) goed kende. Dat ging hij dan ook minder doen of zelfs vermijden. Hij vertoonde echter geen dementiëel gedrag zoals wij dat kenden.
Zoals ik aanvoelde en ontdekte, hield vader een façade op waarmee hij velen (ook de vriendin uiteindelijk) om de tuin kon leiden. Achteraf weet ik dat dit vaak het geval is bij mensen met een beginnende (en, zoals ik merk, ook met gevorderde) dementie. Zonder iemand met goed inzicht om zich heen, zullen ze er lange tijd succesvol in kunnen slagen op alle fronten te verhullen dat dingen niet meer gaan zoals gewenst om adequaat voor zichzelf te kunnen zorgen. Zie voor o.m. dergelijke informatie bijvoorbeeld de site van Alzheimer Nederland.
Zus Wilma en ik hebben een jarenlange historie van samen met vader verjaardagen en één van de beide kerst- en paasdagen "vieren". Gezellig, lekker eten en veel cadeautjes, zelfs met pasen. Kerst 2005 leek alles nog redelijk in orde, op zijn verjaardag in februari 2006 ging het slechter met hem en met pasen 2006 was hij zichtbaar vermagerd. Het was duidelijk dat het niet goed ging. Zijn relatie met de vriendin bleek inmiddels onder dermate onhoudbare spanning te hebben gestaan dat hij gestopt was.
Ik heb daarom per e-mail contact opgenomen met broers en zussen om vader's situatie dringend te bespreken en te zien wat we gezamenlijk konden doen. Ik kreeg hierop geen enkele reactie. Zus Wilma vertelde me dat mijn voorstel tijdens een verjaardag kort besproken was en dat oudste broer en met name zijn vrouw e.e.a. op een cynische wijze naar de prullenbak hadden verwezen. Waarop ik mijn eigen koers ben gaan varen en voor vader ben gaan aanpakken wat aangepakt moest worden. Hield me bezig met meer en betere thuiszorg, regelde vrijwel alles, pakte allerlei achterstallige zaken bij de horens zodat vader zo lang mogelijk thuis kon blijven wonen (zijn grote wens!), deed alle boodschappen, etc. Zus Wilma en ik gingen bovendien voor vader koken. Zij twee keer per week, ik drie keer.
Terwijl we er op moesten kunnen vertrouwen, was thuiszorg een absolute ramp. Er waren gewoon geen afspraken te maken. Er kwamen telkens weer andere zorgers en uitzendkrachten op tijden dat het hén schikte. Of er kwam, soms dagen achtereen, helemaal niemand. Bovendien begrepen de meeste thuiszorgers duidelijk helemaal niets van de problematiek die speelde bij vader, waardoor vader ze vaak boos wegstuurde. En waardoor ik elke dag opnieuw weer scherven moest gaan rapen. Uitermate vermoeiend.
Eind juli 2006 kregen we allemaal een brief van de rechtspraak. Daarin werd gemeld dat er medio augustus een zitting zou komen bij vader thuis i.v.m. een verzoek van oudste broer hem te benoemen tot bewindvoerder en mentor voor vader *). Vader noch wij waren hierover in kennis gesteld en vader was buiten zinnen. Broer gaf per e-mail aan dat hij van plan was geweest curatorschap aan te vragen, maar dat de kosten hiervan te hoog werden...
Ik wilde geen verdere ruzie binnen de familie, vond dat we moesten samenwerken. Ben daarom, onder voorwaarden, akkoord gegaan en heb geprobeerd vader zoveel mogelijk gerust te stellen. Vader vertrouwde mij inmiddels blind.
De zitting was onzorgvuldig, we kregen verkeerde informatie. Meer hierover volgt in het menu onder rechtspraak.
Tijdens de "zitting" in augustus 2006 bij vader thuis, werd bepaald dat niet broer maar IK mentor zou worden voor vader. Dit omdat ik dicht in de buurt woonde, vader al verzorgde en überhaupt slechts akkoord wilde gaan met een mentorschap als ik mede-mentor zou worden. Broer had daarmee geen zeggenschap meer over o.m. opname in een verpleeghuis, waar vader overigens nog helemaal niet aan toe was en wat ook niet nodig was met de juiste begeleiding thuis.
Direct aansluitend op deze zitting, waardoor vader al verregaand overstuur was, vond broer dat het tijd werd vader eens "goed de waarheid te vertellen over al zijn fouten, zijn psychotische gedrag en over vroeger"... Hij zei bovendien gehoopt te hebben dat tijdens zijn vakantie kort ervoor alles in de soep zou zijn gelopen (= minachting voor vader, zus en mij) waardoor hij reden zou hebben gehad "die man met zijn psychotische gedrag eindelijk te laten opnemen"... Dat was voor vader de druppel, hij wilde broer niet meer zien. Maar die werd, ondanks mijn directe pogingen e.e.a. terug te draaien, bewindvoerder...
Een aantal zeer vermoeiende maanden volgden, tot ik de rechtbank (Alkmaar i.v.m. broers woonplaats)verzocht broer te ontslaan omdat hij zorgde voor veel te veel spanningen. Familie gaf bij de rechter aan mij en zus Wilma niet te vertrouwen en zo benoemde de rechter per januari 2007 de stichting CAV te Amsterdam tot bewindvoerder. We kwamen van de regen in de drup (of andersom)... Zie ook onder "Bewindvoering" in het menu.
... wordt vervolgd...
*) Pas maanden later begreep ik van een casemanager van de toenmalige thuiszorg dat broer haar had verzocht om de thuiszorg boodschappen voor vader te gaan laten doen (dit omdat vader, eerder, fouten had gemaakt met giropasjes). Daarvoor was volgens de casemanager bewindvoering aangewezen en zij had broer, ter informatie, voorzien van een brochure hierover. Waardoor broer op het idee kwam meteen mentorschap aan te vragen, zodat hij vader ook "in een verpleeghuis kon laten opnemen".
- Gezien bovenstaande zou verondersteld kunnen worden dat vader een flink inkomen en spaartegoed had/heeft. Niets is minder waar, hij behoorde niet eens tot de groep "modaal". Als kind van 1917 was hij superzuinig, dat wel - hij gunde zichzelf niets. En daardoor was er dus een klein tegoed aan spaargeld. Vader ontving huurtoeslag voor relatief lage huur van een huurwoning... Dat zegt genoeg voor de goede verstaander.
N.B.: In mijn idee is vader nooit echt gelukkig geweest, heeft hij nooit werkelijk kunnen vinden wat hij zocht en nodig had. Ik denk dat zijn leven hem is "overkomen". Hij is altijd een betrekkelijke "Einzelgänger" geweest (genen door mij geërfd...), terwijl hij niet goed alleen kon zijn (vind ik juist prettig).
Alles wat ik van hem weet en ken en zelf ervaren heb, maakt dat ik me met name de laatste jaren volledig inzet om hem op zijn oude dag nog een beetje gelukkig te zien en dus bovenal om dat desolate gevoel bij hem weg te nemen voor hij sterft. Dat lukte mij, geholpen door zus Wilma, boven verwachting goed, waardoor ook een hechte band ontstond. Een band die niet meer stuk kan, maar die door de opname en narigheid in het verpleeghuis zwaar wordt aangetast.
...wordt vervolgd...
"Verder" hieronder is nog leeg...